Brandbeveiliging bij fotovoltaïsche installaties
Brandbare kabels mogen zonder brandbeveiligingstechnische maatregelen niet langs brandwanden worden geïnstalleerd. In geval van brand zouden ze het vuur verder geleiden tot op het aangrenzende dakoppervlak. Toch zijn er uitzonderlijke gevallen waarin het niet te vermijden is dat brandbare kabels over brandwanden worden aangelegd. In deze situaties moeten de kabels absoluut brandveilig worden geïnstalleerd. OBO biedt hiervoor twee verschillende oplossingen aan:
▪ De aanleg van PV-kabels in vormvaste, extreem robuuste roestvaststalen kanalen PYROLINE® PLMR ▪ Het omwikkelen van kabelbundels met de flexibele en weerbestendige kabelbandage PYROWRAP® Wet FSB-WB
De opschuimende materialen in beide oplossingen zwellen op bij brand en voorkomen branddoorslag via de PV-kabels. Rookverspreiding is in dit geval niet kritisch, omdat de brandrook ongehinderd aan de omgevingslucht kan worden afgegeven.
Geïsoleerde bliksembeveiliging onder gevelisolatiesystemen (WDVS) Worden isCon®-kabels binnen een gevelisolatiesysteem (WDVS) gelegd, dan kunnen zij brandstops van onbrandbaar materiaal doorkruisen. In geval van brand kan dit leiden tot het falen van deze brandstops. Hier wordt opnieuw gebruikgemaakt van de kabelbandage PYROWRAP® Wet FSB-WB, die brandverspreiding voorkomt. Terwijl de isolatie wegbrandt en openingen ontstaan, schuimt de opzwellende laag deze weer dicht. Een schoorsteeneffect via de isCon®-kabel wordt effectief voorkomen.

PV-kabels binnen gebouwen aanleggen
In sommige gevallen moeten de kabels die gelijkstroom voeren nog door het gebouw tot aan de omvormer worden geleid. Bevinden de installaties zich in vlucht- en reddingswegen, dan moeten de PV-DC-kabels in een gesloten systeem worden gelegd.
Hiervoor is het OBO-brandbeveiligingskanaal geschikt PYROLINE® Sun PV. De installatiekanaal van glasvezelversterkt lichtbeton biedt dankzij het niet-geleidende oppervlak ook bij brand bescherming tegen gevaarlijke aanraakspanningen. Bovendien voldoet het aan de eisen van toepassingsregel VDE AR-N-E-2100-712 voor brandveilige en aanraakveilige installaties. Zo zijn ook hulpdiensten beschermd tegen elektrische schokken tijdens bluswerkzaamheden. Nog een voordeel: het kanaal kan ook buiten worden geïnstalleerd. Het is bijzonder geschikt voor het achteraf bekleden van al geïnstalleerde DC-kabels, omdat het zich flexibel aanpast aan het kabelverloop. De installatie van het kanaal kan direct aan de wand of het plafond worden uitgevoerd. Met de juiste verbindingsstukken is ook een hangende montage mogelijk.
De brandbeveiligingskanalen voldoen bovendien aan de eisen van toepassingsregel VDE AR-N-E-2100-712 voor brandveilige en aanraakveilige installaties (paragrafen 6.2 en 6.4). Zo zijn ook hulpdiensten beschermd tegen elektrische schokken tijdens bluswerkzaamheden.
Bescherming door organisatorische maatregelen
Op het overdrachtspunt van de elektrische installatie, bijvoorbeeld in de huisaansluitkast of hoofdverdeler, moet volgens VDE 0100-712 een genormaliseerd waarschuwingsbord worden aangebracht – ook wel brandweerschild genoemd. Door de markering kunnen de brandweerdiensten de PV-installatie herkennen. De bluswerkzaamheden worden dienovereenkomstig uitgevoerd met inachtneming van de veiligheidsafstanden volgens DIN VDE 0312 – Brandbestrijding en technische hulpverlening in de omgeving van elektrische installaties.
